Saturday, July 24, 2010

Chrysanten, roeiers (IV) v. Hans Faverey

Zo het iets teweeg brengt,
en zich heeft vergeten,
is het tevergeefs
en in godsnaam.

De volstrekte leegte
in elk ding, die werkelijk
is, en als zodaning werkzaam is,
en zich vermengt met de echo
van het laatste woord:

dat niet meer over de lippen
wil; die lippen eerst nog lief-

koost, en daarna zonder schroom
aantast: dit hopeloos ontbreken,
dat overal knopen legt in water
en een naald is in brood.



As long as this brings something about
And has forgotten itself
It is to no avail
And in god's name.

The void is absolute
In each thing, in each real thing
And as such, at work...
Mingles itself with the echo
Of the last word:

Which no longer want to trespass lips
The lips that at first still fondle...

Without hesitation then
Attack! There is hopeless lack,
That leaves everywhere knots in the water
And a needle is in bread.


No comments: