De zijn de bewegingen:
Lopen(d)
Zitten(d)
Staren(d)
Een strandloper, een steltloper
vlucht voor the vloed
Nauwkeuring sprokkelen de ogen
soms heft hij het hoofd
Spreekt tot de einders
een overzijde onder handbereik
Zijn tong aarzelt
waar het blauw eindigt
The Painter visits the seashore
These are the motions:
Walk(ing)
Sit(ting)
Gaze(ing)
A sanderling, a stilt-walker
In a flight, over the flood of the tide
The eyes gather, so carefully
Sometimes, a head tilts up
He speaks, to the skyline
At hindsight, the further side
The tongue vacillates
then, where the blue ends.
No comments:
Post a Comment